Schrijven


Is schrijven iets wat je kunt leren?

Ja. Absoluut.

Dat betekent niet dat iedereen het in zich heeft om een topschrijver te worden. Net als niet iedereen even muzikaal is, heeft niet iedereen evenveel taalgevoel en aanleg voor het vertellen van verhalen. Maar zelfs de meest getalenteerde schrijvers komen er niet met aanleg alleen. Er is veel dat je kan – en moet – leren als je een schrijver wilt worden. Schrijven is voor een deel een ambacht, en oefening, trucjes, techniek en ervaring zijn net zo belangrijk voor het ontwikkelen van talent als aanleg.

Een aantal dingen die je je moet realiseren als je een schrijver wilt worden zijn:

  • Het kost tijd. Er zijn maar weinig mensen die een pen op papier zetten en direct een schitterend verhaal schrijven. De meeste schrijvers doorlopen een lang en frustrerend leerproces dat nooit helemaal afgelopen is. Er is altijd meer te leren, altijd een betere manier om een scène neer te zetten of een personage te beschrijven.

  • Wat je op school geleerd hebt, is geen schrijven. Je bent geen muzikant omdat je noten hebt leren lezen en een toonladder kunt spelen, en je bent geen schrijver omdat je hebt leren spellen en grammaticaal correcte zinnen kunt schrijven. Wat je geleerd hebt, is een basisvaardigheid – het is aan jou om die verder te ontwikkelen.

  • Je moet lezen, niet alleen om het genre waarin je werkt te leren kennen, maar ook om je taalgevoel te ontwikkelen. En je zult ook anders moeten gaan lezen. Om de kunst af te kijken, moet je verhalen gaan bestuderen en analyseren. Een gevolg hiervan kan zijn dat je minder plezier krijgt in lezen, omdat je op een gegeven moment niet meer op kunt houden met tekst analyseren. Maar daar staat tegenover dat je goede schrijvers steeds meer gaat waarderen.

  • Schrijvers die nooit schrappen, die niets weggooien of herschrijven, die alles wat ze schrijven mooi en publicabel vinden, zijn niet erg goed. Als schrijver moet je kritisch zijn over je werk. Je kunt niet te snel tevreden zijn en besluiten dat iets 'goed genoeg' is. Je hoeft jezelf en je werk niet te haten, je hoeft niet alles wat je schrijft ritueel te verbranden, maar als je op wilt vallen en jezelf wilt blijven ontwikkelen, moet je bereid zijn hoge eisen aan jezelf te stellen.

  • Je moet naar kritiek leren luisteren. Het is niet leuk om te horen, en vriendelijk bedoelde, opbouwende kritiek kan net zo hard aankomen als commentaar van iemand die je de grond in probeert te stampen. Maar je komt er pas achter hoe anderen je werk ervaren als je luistert naar wat ze te zeggen hebben, ook als dat negatief is. Je zult het nooit iedereen naar de zin kunnen maken en je hoeft zeker niet op ieder commentaar in te gaan, maar je kunt je publiek ook niet negeren. Als je je lezers niet bereikt, als je bedoelingen niet overkomen, zul je moeten uitvinden waarom. En daar heb je critici voor nodig.

Maar laten we het wat concreter maken, en analyseren wat er allemaal komt kijken bij het opbouwen van een verhaal, en waar je rekening mee moet houden. We beginnen met een idee – iets om over te schrijven. Ga zeker als je begint met schrijven niet op het perfecte idee zitten wachten. Begin met iets simpels, iets waar je actieve karakters voor nodig hebt. Als je karakters iets moeten ondernemen en een concreet doel hebben (en niet bijvoorbeeld het hele verhaal in een kamer zitten en over de zin van het leven praten), geef je je verhaal direct een duidelijke structuur mee. Laten we voor dit voorbeeld zeggen: vijf mensen beklimmen een berg, maar slechts een haalt de top.

Nu je je uitgangspunt hebt, moet je het gaan uitwerken. Die vijf karakters moeten die berg op, en dat moet je op zo'n manier beschrijven dat een lezer hen van begin tot eind wil volgen. Daarvoor moet je (in min of meer deze volgorde) de volgende punten uitdenken:





Sarah de Waard Auteursbegeleiding en Redactie
KvK-nummer: 54925037
BTW-identificatienummer: NL001607307B17